Cover voor Bijdrageregeling Beroepspraktijkvorming

Bijdrageregeling Beroepspraktijkvorming

Regeling voor leerbedrijven en leerlingen

De Bijdrageregeling Beroepspraktijkvorming (BPV) is een regeling voor werkgevers (leerbedrijven) en werknemers (bbl-leerlingen), die bestaat uit een vergoeding voor leerbedrijven en een Startersbijdrage voor bbl-leerlingen.

Vergoeding voor leerbedrijven

Het leerbedrijf krijgt:

  • een vergoeding van € 90 per maand per bbl-leerling;
  • een vergoeding van € 1,38 per stage-uur per bol-leerling (maximaal € 90 per maand);
  • tot een maximum van 4 leerlingen (€ 360) per maand en per bedrijfseenheid.

Startersbijdrage bbl-leerlingen

Startende bbl-leerlingen maken zelf aanspraak op een eenmalige Startersbijdrage voor werknemers.

  • Deze bijdrage is € 220 voor bbl-leerlingen die de opleiding ten minste 3 maanden blijven volgen.
  • Bbl-leerlingen die de opleiding voor bake-offbakker of verkoopmedewerker volgen, maken aanspraak op een eenmalige bijdrage van € 110.

Aanvragen Bijdrageregeling Beroepspraktijkvorming

Je kunt de BPV aanvragen met de formulieren hieronder. Alle leerbedrijven ontvangen jaarlijks een (digitaal) declaratieformulier. Voor vragen of meer informatie neem je contact op met Sociaal Fonds Bakkersbedrijf, via 013 – 594 41 86 of info@sociaalfondsbakkersbedrijf.nl.

Let op: de aanvraag van de BPV en de Startersbijdrage over de eerste maanden van 2025 wordt naar voren gehaald. Meer informatie daarover lees je in het bericht Aanvraag BPV en Startersbijdrage verandert in 2025.

Volledige tekst Bijdrageregeling Beroepspraktijkvorming

Artikel 1: Startersbijdrage voor werknemers die de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) volgen

Werknemers in de zin van de CAO Bakkersbedrijf, die blijkens een praktijkovereenkomst als bedoeld in artikel 7.2.8. van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB), voor het eerst deel gaan nemen aan een beroepsopleiding, en die die opleiding ten minste 3 maanden blijven volgen, hebben recht op een startersbijdrage van € 220,-, met dien verstande dat zij die de opleiding tot bake-off bakker of tot verkoopmedewerker in de bakkerijbranche gaan volgen recht hebben op een uitkering van € 110,-.

Een uitkering, als in dit artikel geregeld, wordt aan eenzelfde persoon slechts één keer verstrekt: bij wisseling van beroepsopleiding of als op basis van een voorloper van deze bijdrageregeling al een soortgelijke startersbijdrage is verstrekt, wordt geen nieuwe uitkering betaald.

Artikel 2: Beroepspraktijkvormingsbijdrage voor werkgevers

Een werkgever in de zin van de CAO Bakkersbedrijf, die aspirant, erkend of aanbevolen leerbedrijf is respectievelijk binnen zijn onderneming eenheden heeft die als zodanig worden aangemerkt en opgenomen zijn in het openbare register van erkende leerbedrijven, heeft voor elke maand dat hij in het kader van een VMBO-leertraject, beroepsbegeleidende leerweg (BBL) beroepspraktijkvorming verzorgt, recht op een vergoeding van € 90,- per onderwijsdeelnemer die ten minste 15 uur per week in de onderneming werkzaam is.

Een werkgever in de zin van de CAO Bakkersbedrijf, die aspirant, erkend of aanbevolen leerbedrijf is respectievelijk binnen zijn onderneming eenheden heeft die als zodanig worden aangemerkt en opgenomen zijn in het openbare register van erkende leerbedrijven, heeft voor elke maand dat hij in het kader van een VMBO-leertraject, beroepsopleidende leerweg (BOL) beroepspraktijkvorming verzorgt, recht op een vergoeding van € 1,38 per stage-uur met een maximum van € 90,- per onderwijsdeelnemer. De Beroepspraktijkvormingsbijdrage voor werkgevers is gemaximeerd op € 360,- per maand per eenheid.

Deze vergoeding geldt zowel voor beroepspraktijkvorming:

  • in W.E.B.- als in W.C.B.O.-verband;
  • in de productie als in de verkoop als in enig ander onderdeel van de onderneming, mits deel uitmakend van een VMBO-leertraject of een op de W.E.B gebaseerde kwalificatiestructuur (Crebo-codering) en op voorwaarde dat over het in dat onderdeel verdiende loon de bijdrage bedoeld in artikel 3 wordt afgedragen.

Artikel 3: Looptijd en toepasselijkheid van de regeling

Deze regeling geldt voor de gewerkte uren c.q. stage-uren in kalenderjaar 2023. Aanspraak op vergoedingen kan door een werkgever in de zin van de CAO Bakkersbedrijf slechts worden gemaakt als hij de in de CAO Bakkersbedrijf geregelde bijdrage, m.b.t. alle personen die in zijn onderneming werkzaam zijn (incl. uitzendkrachten en payrollwerknemers), aan het Sociaal Fonds Bakkersbedrijf afdraagt, en kan door een werknemer slechts worden gemaakt als hij bij een zodanige werkgever in dienst is. Bedoelde bijdrage wordt door TKP Pensioen geïnd. Onder werkgever in de zin van de CAO Bakkersbedrijf wordt mede begrepen de werkgever die de CAO Bakkersbedrijf vrijwillig toepast.

Artikel 4: Fiscale consequenties

De eventuele fiscale consequenties van deze regeling komen geheel voor rekening van de werknemer en de werkgever.

Artikel 5: Uitvoering

a.) De hierboven genoemde vergoedingen worden uitgevoerd door en komen voor rekening van het Sociaal Fonds Bakkersbedrijf.
Op verzoek van de werknemer resp. de werkgever zal het Sociaal Fonds Bakkersbedrijf de bedragen waarop volgens deze regeling aanspraak bestaat uitkeren. Voor het verzoek om uitkering dient gebruik gemaakt te worden van het aanvraagformulier bijdrage BPV werkgevers of het aanvraagformulier startersbijdrage voor werknemers BBL.
b.) Een werknemer dient zijn verzoek uiterlijk binnen 3 maanden na afloop van het kalenderjaar waarin hij met de opleiding gestart is, in te dienen.
c.) Het verzoek van een werkgever moet betrekking hebben op de aanspraken die hij op basis van artikel 2 over het hele kalenderjaar 2023 heeft verkregen, en dient uiterlijk vóór 1 oktober 2024 te zijn ingediend.

Het verzoek dient vergezeld te gaan van de daarin genoemde bescheiden, waaronder:

  • kopie praktijkovereenkomsten;
  • kopie stageovereenkomsten;
  • bewijs dat de onderwijsdeelnemer daadwerkelijk in de betreffende periode in de onderneming werkzaam is geweest (in geval van BBL-leerlingen: bv. salarisafschrift en/of loonstaat).

d.) Het Sociaal Fonds Bakkersbedrijf kan een nadere invulling aan deze regeling geven.