Cover voor Gezondheidsbewakings-systeem

Gezondheidsbewakings-systeem

Deze pagina geeft achtergrondinformatie over het Gezondheidsbewakingssysteem (GBS) in de bakkerijsector. Er wordt uitgelegd wat het GBS is, waarom het er is, hoe het werkt en wat de gevolgen zijn als wordt vastgesteld dat iemand grondstofallergie heeft. Omdat het gaat over de gezondheid van medewerkers, moet het GBS aan bepaalde eisen voldoen. Daarom wordt ook aangegeven op basis van welk beleid en welke wetenschappelijke bronnen het GBS is opgezet.

Een lijst van de gebruikte literatuur staat onderaan deze pagina. Hieronder kun je de tekst van deze pagina als pdf-bestand downloaden.

Wat is het Gezondheidsbewakingssysteem?

Het Gezondheidsbewakingssysteem (GBS) is een systeem dat is gericht op het vroegtijdig onderkennen en vaststellen van mogelijke gezondheidsrisico’s als gevolg van grondstofallergie.

Allergene stoffen en grondstofallergie in de bakkerijsector

Allergene stoffen zijn stoffen die gezondheidsklachten kunnen veroorzaken, via een specifieke reactie waarbij het immuunsysteem betrokken is. We spreken dan van een allergie. Als medewerkers voortdurend in contact komen met allergene stoffen (ook wel blootstelling aan allergene stoffen genoemd), kan na verloop van tijd onherstelbare gezondheidsschade optreden, zoals astma.

In de bakkerijsector spreekt men van grondstofallergie als er sprake is van gezondheidsrisico’s die worden veroorzaakt door het inademen van en/of contact met stof die allergene componenten bevat van tarwe, meel, bloem en andere grond- en hulpstoffen (waaronder alfa-amylase).

Waarom is er een Gezondheidsbewakingssysteem?

Om gezondheidsschade te voorkomen, hebben de organisaties van werkgevers en werknemers in de bakkerijsector afspraken gemaakt. Onderdeel daarvan was de invoering van het GBS.

De werkgever moet namelijk preventieve maatregelen nemen die werknemers beschermen bij de omgang met stoffen die schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid. Preventie tot het niveau waarop geen gezondheidsschade meer kan ontstaan, is bij allergenen echter vrijwel niet mogelijk, omdat iedere blootstelling kan leiden tot allergie. De Gezondheidsraad (1) en de SER (2) hebben vastgesteld dat enig risico op het ontstaan van allergie geaccepteerd mag worden.

Samen met preventie is gezondheidsbewaking een goed middel om allergie vroegtijdig op te sporen en inzicht te geven in de stand van zaken in een sector. Gezondheidsbewaking moet aan verschillende eisen voldoen. Op brancheniveau moet namelijk goed nagedacht worden over:

  • de status die gezondheidsbewaking heeft tussen alle andere maatregelen;
  • de vrijwilligheid;
  • het moment van aanbieden;
  • de kwaliteit;
  • de conclusies die aan de uitslagen moeten worden verbonden.

Het Gezondheidsbewakingssysteem als preventief medisch onderzoek

Het GBS past binnen de richtlijnen die in de bedrijfsgezondheidszorg worden gehanteerd voor preventief medisch onderzoek (PMO). De relevante richtlijnen zijn die van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB):

  • de Leidraad Preventief Medisch Onderzoek van werkenden;
  • de richtlijn ‘Handelen van de bedrijfsarts bij werknemers met astma en COPD’.

Medische onderbouwing van het Gezondheidsbewakingssysteem: triage

Het is arbeidsintensief en kostbaar om de hele doelgroep (bakkerijmedewerkers die worden blootgesteld aan meelstof) medisch te onderzoeken. Daarom is een ‘triagesysteem’ ontwikkeld. Bij triage ontvangt de gehele doelgroep een korte vragenlijst. Op basis daarvan wordt de kans op sensibilisatie (gevoelig worden van het lichaam voor bijvoorbeeld meelstof, waardoor het afweersysteem wordt geactiveerd) en daarmee het risico op allergie voorspeld. Werknemers met een hoge kans op sensibilisatie worden verder medisch onderzocht. Dit triagesysteem is gevalideerd en beschreven in verschillende wetenschappelijke artikelen (3, 4, 5). De toepassing van medische triage is ook opgenomen in Europese richtlijnen voor het management van arbeidsgerelateerd astma (6, 7).

Uitvoering van het Gezondheidsbewakingssysteem: de bakkerspoli

Voor de uitvoering van het GBS is een overeenkomst gesloten met het:

Het NKAL heeft ten behoeve van het GBS een bakkerspoli ingericht voor consulten en medisch onderzoek. De bakkerspoli is onderdeel van het NKAL, dat een zelfstandig behandelcentrum (ZBC) is en waar de klachtenregeling van het UMC Utrecht van toepassing is. De werkwijze en gehanteerde methoden van het GBS worden beschreven in de overeenkomst die tussen NKAL en het Sociaal Fonds Bakkersbedrijf is gesloten.

Wat is het Informatiecentrum Grondstofallergie?

Werkgevers- en werknemersorganisaties hebben vanaf 1 januari 2014 het bestuur van het Sociaal Fonds Bakkersbedrijf gevraagd het Informatiecentrum Grondstofallergie in te richten om het proces van het GBS te bewaken. De werkwijze van het informatiecentrum en de afspraken die hierover zijn gemaakt, staan in de notitie ‘De aanpak van grondstofallergie in de bakkerij’ van september 2009. Deze notitie is door het Georganiseerd Overleg (GO) Bakkersbedrijf aangenomen. De praktische werkwijze van het Informatiecentrum is beschreven op Bakbekwaam.nl.

Wat gebeurt er na de diagnose bakkersastma of grondstofallergie?

De bakkerspoli:

  • is verantwoordelijk voor de diagnose;
  • stelt vast of er sprake is van bakkersastma of van grondstofallergie;
  • adviseert over de noodzaak om verdere blootstelling aan meelstof te beperken.

Het advies is gericht op het voorkomen van onherstelbare gezondheidsschade. Voor een advies over vermindering van blootstelling aan meelstof worden de volgende richtlijnen gehanteerd:

  • De diagnose bakkersastma zal in de regel leiden tot het advies om blootstelling absoluut te vermijden, tenzij er omstandigheden zijn die rechtvaardigen hiervan af te wijken. Doorwerken met enige blootstelling kan geadviseerd worden bij werknemers die vanwege hun leeftijd niet lang meer hoeven te werken, die al lange tijd klachten hebben en van wie de longfunctie nog acceptabel is.
  • In het geval van grondstofallergie (ook van ogen, neus en huid), maar geen bakkersastma, zal in de regel vermindering van blootstelling worden geadviseerd, met het oog op behoud van eigen werk. In sommige gevallen wordt absolute vermijding toch geadviseerd. Bijvoorbeeld als onvoldoende vermindering kan worden gerealiseerd, of als het om een jonge bakker gaat die na enkele jaren werk in de sector al klachten heeft, of als de werknemer niet in staat is vanwege de klachten voldoende te functioneren.

Loopbaanvoorziening

Werkgevers- en werknemersorganisaties hebben afgesproken ook hun verantwoordelijkheid te nemen als er sprake is van de diagnose bakkersastma of grondstofallergie waarbij de bakkerspoli adviseert om blootstelling aan meelstof absoluut te vermijden. Zij hebben daarvoor een loopbaanvoorziening beschikbaar gesteld. De Begeleidingscommissie Grondstofallergie besluit over de toekenning van deze voorziening. De voorwaarden voor een loopbaanvoorziening zijn vastgelegd in een reglement, dat te vinden is op Bakbekwaam.nl.

Gebruikte literatuur

(1) Gezondheidsraad. Preventie van werkgerelateerde luchtwegallergieën. Advieswaarden en periodieke screening. Publicatie nr. 2008/03. ISBN 978-90-5549-698-3. Den Haag: Gezondheidsraad, 2008.
(2) SER. Aanpak inhaleerbare allergene stoffen op de werkplek. Publicatienummer 6, 21 juli 2009. ISBN 90-6587-991-9. SER, 2009.
(3) Suarthana E, Meijer E, Grobbee DE, Heederik D. Predicting occupational diseases. Occup Environ Med 2009; 66:713-714.
(4) Suarthana E, Vergouwe Y, Moons KG, de Monchy J, Grobbee D, Heederik D, Meijer E. A diagnostic model for the detection of sensitization to wheat allergens was developed and validated in bakery workers. J Clin Epidemiol 2010; 63:1011-1019.
(5) Meijer E, Suarthana E, Rooijackers J, Grobbee DE, Jacobs JH, Meijster T, de Monchy JG, van Otterloo E, van Rooy FG, Spithoven JJ, Zaat VA, Heederik DJ. Application of a prediction model for work-related sensitisation in bakery workers. Eur Respir J 2010; 36:735-42.
(6) Wilken D, Baur X, Barbinova L, Preisser A, Meijer E, Rooijackers J, Heederik D, on behalf of the ERS Task Force on the Management of Work-related Asthma. Chapter 3. What are the Benefits of Medical Screening and Surveillance? Eur Respir Rev, in press.
(7) Baur X, Aasen TB, Burge PS, Heederik D, Henneberger P, Maestrelli P, Schlünssen V, Vandenplas O, Wilken D, on behalf of the European Respiratory Society (ERS) Task Force on the Management of Work-related Asthma. Chapter 5. The “Management of Work-related Asthma” Guidelines in a broader Perspective. Eur Respir Rev 2011, in press.