Hoe verminder je blootstelling?
Blootstelling betekent dat je in contact komt met stoffen die een aandoening kunnen veroorzaken, zoals allergie of bakkerseczeem. Bij blootstelling aan meelstof gaat het om redelijk grote stofdeeltjes. Deze deeltjes komen in de lucht door handelingen zoals het legen van zakken, strooien van bloem of schoonmaken.
- Achtergrondblootstelling is blootstelling aan stoffen die altijd wel in de lucht aanwezig zijn.
- Piekblootstelling is blootstelling aan stoffen die door bepaalde werkzaamheden in de lucht komen, zoals een zak legen.
Onderzoek laat zien dat de achtergrondblootstelling aan stof in de bakkerij relatief beperkt is. Er is een blootstelling aan pieken, met daartussen een zeer lage achtergrondblootstelling. Dit is in onderstaande afbeelding te zien.
Werkzaamheden en (piek)blootstelling
Er zijn aanwijzingen dat piekblootstelling belangrijk is bij het ontstaan van allergie, maar daarvoor is nog geen hard bewijs. Duidelijk is wel dat de totale blootstelling op een werkdag voor een groot deel wordt bepaald door piekblootstelling.
De hoogte van de piekblootstelling hangt voornamelijk af van:
- De eigenschappen van de stof: werken met een fijn verdeeld meel zorgt voor een hogere blootstelling dan werken met een grover verdeeld, vettig of granulair meel. Meer informatie: Stuifarme strooibloem.
- Het gebruik van de stof: als je meel met de hand uitstrooit op een werktafel, komt er meer stof vrij dan wanneer je het voorzichtig met een zeef verdeelt. Meer informatie: Stofvrij werken met strooibloem.
- De getroffen beheersmaatregelen: als het stof bijvoorbeeld wordt weggezogen door een goede lokale afzuiging (dit is een beheersmaatregel), zal de blootstelling veel lager zijn dan zonder deze afzuiging.
- Het werk dat iemand in het bakkersbedrijf doet: een banketbakker heeft een lagere persoonlijke blootstelling dan een broodbakker, omdat een banketbakker meestal weinig met meel of broodverbetermiddelen werkt. Als verschillende mensen in het bedrijf verschillende taken hebben (bijvoorbeeld één persoon bereidt voornamelijk deeg, terwijl een ander de oven bedient), dan worden deze personen ook verschillend blootgesteld.
Om na te gaan welke blootstelling iemand heeft, is het belangrijk om te kijken naar de werkzaamheden die personen normaal gesproken uitvoeren, én naar de werkzaamheden die zij onregelmatig of slechts een enkele keer uitvoeren (zoals onderhoud en reparatie). Werkzaamheden die onregelmatig of een enkele keer worden uitgevoerd, zorgen vaak voor een veel hogere blootstelling dan de werkzaamheden tijdens de normale gang van zaken.
In de volgende gevallen moet je extra opletten op een hoge blootstelling:
- Als medewerkers in besloten ruimten werken, zoals silo’s of kelders (let op: reinigen van silo’s wordt vaak uitbesteed). Meer informatie: Stofbeheersing in de siloruimte.
- Als de filterzakken die aan de silo bevestigd zitten, worden geleegd. Hierbij kan er zeer fijn meel vrijkomen.
- Als de werkplek zichtbaar verontreinigd is, bijvoorbeeld bij stoffig gereedschap of een stoffige omgeving door het leegstorten van zakken.
- Als de medewerker erg vuil wordt (handen, gezicht of kleding) bij de werkzaamheden.
- Als kleinbrood op de werkbank wordt bereid. Daarbij wordt relatief veel met bloem gestrooid. Dit kan leiden tot hoge stofblootstelling.
- Als er met perslucht wordt gereinigd. Daarom is dit niet meer toegestaan. Meer informatie: Stofarm schoonmaken.
Een goede manier van werken is belangrijk
De manier waarop je werkt, heeft een grote invloed op de mate van blootstelling. Alleen al door rustig en zorgvuldig te werken, kun je de blootstelling sterk verminderen. Bijvoorbeeld:
- Als je een zak stevig uitklopt om de laatste restjes eruit te krijgen, ontstaat er meer stof dan wanneer je een zak voorzichtig leegmaakt. Meer informatie: Stofarme werkwijze voor het legen van zakgoed.
- Uitstrooien van bloem hoog boven de werktafel leidt tot veel meer stof dan het inwrijven van het werkblad met bloem.